De jongens droegen versleten kleren en één van hen had geen schoenen. Ze spraken geen Engels dus Sam moest vertalen voor ons. Hij vertelde ons dat deze jongens niet naar school kunnen gaan omdat ze de boeken en hun uniform niet kunnen betalen. Toen ik dat hoorde, werd het me even te veel. Te zien dat die drie jongens geen kansen hadden en geen onderwijs kregen, enkel omdat ze hun boeken en uniform niet kunnen betalen. De tranen waren er voordat ik ze kon tegenhouden. Ik weet nu dat naar school gaan geen plicht is, niet iets waarover we moeten of kunnen klagen. Het is een voorrecht om onderwijs te hebben.
Na alles gekookt te hebben, kwam iedereen samen om het eten te verdelen. We hadden het op een bepaald moment wel heel moeilijk. Vele kinderen hadden kapotte of gescheurde kleren. Sommige kleren waren al eens genaaid maar scheurden opnieuw gewoon door. Ook waren er ouderen die vele littekens hadden opgelopen door de lepra of mensen waarvan de armen of voeten slechts stompjes waren. Wanneer de kinderen zaten te wachten op een beetje eten met hun lege bordjes moesten we opeens denken aan hoe goed wij het wel hebben thuis. Wij komen nooit iets te kort terwijl dat hier bijna standaard is.
Het dringt ons nu allemaal wel door wat voor luxe we in België allemaal hebben.
Eén van de jongeren van Maendeleo zei me: “You bring something special from Belgium – not from your pocket or jacket but from your heart. When you help someone you are someone special to them. It’s like bringing a light. So light up your light.”
Er waren vele van die mooie verhalen. Het gezichtje van dat ene kindje zal ik nooit vergeten, toen hij probeerde de sproetjes van mijn arm te poetsen en toen hij merkte dat het hem niet zou lukken…
Maendeleo centrum, wat is dit voor echt een fantastische plek. Iedereen doet een deel van de taken, iedereen helpt elkaar. Dit is mijn tweede thuis geworden.
Een emmer koud water, zeep en wat hulp van elkaar, alles wat we nodig hadden om onze haren te wassen.
We aten met de scouts in groepjes samen met onze handen uit 1 bord, wat een hele ervaring voor ons was. Het was duidelijk dat de scouts genoten van het eten terwijl wij het moeilijk hadden om veel te eten.
In Marumba, tijdens die heel speciale reflectie met de Tanzaniaanse jongeren onder de volle maan: Zo goed als iedereen weet wel dat er veel oneerlijkheid is in de wereld, maar het voelen en zien was toch veel harder dan ik verwacht had. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat de kleur van huid zo een belangrijke rol speelt. Waarom zijn wij plots specialer? Waarom is er zoveel racisme en overdraagzaamheid in de wereld?
Ik wist dat het leven oneerlijk was, maar zo oneerlijk kan je je alleen maar voorstellen als je het met je eigen ogen gezien hebt.
Ik ben daarom heel blij en dankbaar dat ik deze reis heb mogen meemaken. Het was soms heel hard om te zien, maar op die manier kunnen we verder kneden aan onze persoonlijkheid. Ik hoop hier veel mee en voor te bereiken. Dit had ik echt niet willen missen.
Mensen helpen, iets betekenen voor anderen, dat is wat ik nu wil doen. Maar hoe kan je nu iets doen als je niet eens weet wat het precieze probleem is? Daarom wilde ik al heel lang Afrika ontdekken. Het was een echte droom die werkelijkheid werd.
Ik heb ook het gevoel dat ik wijzer ben geworden. Onze onwetendheid over de (on)rechtvaardigheid in de wereld is een stukje weg.
Ik denk dat mensen in België heel wat kunnen leren van hen. Je beseft ook hoe goed je het hebt in België. Vroeger kloeg ik soms echt over onnozele dingen, maar nu weet je hoe arm sommigen mensen leven en dat we eigenlijk niets te klagen hebben. Als ik nu ‘s nachts thuis in bed lig bedenk ik me dat mijn kamer even groot is als sommige huizen dat ik gezien heb, en al die ruimte is dan nog voor mij alleen.
Ik douch nu enkel als ik me vuil voel, in plaats van uit gewoonte.
Als één van mijn broers zegt: ‘ik heb honger’ denk ik: die weet niet wat honger is. Nu terug thuis, gaan we alles meer waarderen.
Voor ik vertrok naar Afrika had ik een gesprek met iemand gehad die het een verspilling vond om de mensen in Afrika te helpen. Deze gedachten bleven vooral rondzweven de eerste dagen. Maar toen we in Tanzania wat projecten hebben bezocht en ik ook de broeders beter leerde kennen begon ik in te zien dat die persoon geen gelijk had. Broeder Saul en Marc hebben me het meeste overgehaald. We hebben hun verhaal gehoord waarom ze broeder zijn geworden en dan realiseer je je dat deze mensen een gouden hart hebben en veel dingen hebben opgeofferd om andere mensen te helpen. De projecten hebben me laten zien dat de mensen die geholpen worden ongelofelijk dankbaar zijn voor alle hulp die ze krijgen.
In Afrika vind je je ware zelf terug. Je leert ook de anderen die je ontmoet ‘dieper’ kennen omdat je ze nodig hebt. Afrika heeft me veel gegeven, ik zal trachten iets terug te doen.
Want Afrika heeft ons veranderd. Ik ben veel realistischer en minder ‘egoïstisch’ geworden. Maar ook volwassener én word door mijn ouders ook zo behandeld…
Ik heb geleerd, beseft, gevoeld, beleefd, genoten, grenzen verlegd, geleefd én rust gevonden in Afrika.