Broeder Marc Beetens werkt samen met enkele lokale medebroeders en medewerkers in het kleine psychiatrisch centrum in Marumba, op het Tanzaniaanse platteland. Zijn laatste brief gaat natuurlijk over corona.
“Geïsoleerd leven heeft normaal gezien meer nadelen dan voordelen, maar soms is het ook een zegen. Marumba ligt sowieso al wat afgelegen aan de buitenzijde van de heuvelgordel die zich in een wijde boog rond Kasulu uitstrekt. Toen het coronavirus in de loop van april ook Tanzania bereikte was het hier nog volop regenseizoen en was verkeer heel moeilijk vanwege de slechte toestand van de wegen die op sommige plaatsen in echte modderpoelen waren herschapen. Dus was er van en naar Marumba toe weinig verkeer mogelijk en op die manier hielp deze “natuurlijke isolatie” toch enigszins de kans op besmettingen aanzienlijk te verminderen. Nu ook in Tanzania het leven terug een vrij normaal verloop begint te kennen – als laatste gaan op 29 juni de lagere scholen terug open – kunnen we algemeen stellen dat onze regio tot nu toe gespaard is gebleven van het ergste.”
“We hebben geen exacte cijfers, want de overheid communiceert daar weinig over en als er cijfers komen weten we niet in hoeverre deze objectief zijn. De meeste gevallen werden gedetecteerd in grote steden zoals Dar Es Salaam, Mwanza, Arusha enz… dichter bij ons was er melding van een paar besmette personen in Kasulu.
De overheid verzette zich van bij het begin tegen een lockdown, maar toch werden de grenzen voor een tijd gesloten en quarantaine ingevoerd, wat op bepaalde plaatsen tot kleine relletjes leidde o.a in Kigoma. Mensen braken letterlijk bijna ‘t kot af om weg te kunnen. Scholen en universiteiten werden gesloten maar de industrie en het transport moesten blijven functioneren om de economie overeind te houden.”
“De lokale bevolking sprak heel veel over de toestand en corona. Er werd nogal licht mee omgesprongen had ik de indruk toen, wellicht grotendeels uit onwetendheid. Het was onderwerp van dagelijks gesprek, maar toen er berichten begonnen door te dringen van honderden en duizenden doden op andere plaatsen in de wereld, kregen veel van die gesprekken toch wel een veel ernstiger ondertoon.”
“Van een echte lockdown kan in kleine landelijke dorpen zoals hier helemaal geen sprake zijn. Hoe hou je een volledig (groot) gezin ganser dagen binnen in een klein huisje zonder de minst essentiële voorzieningen zoals elektriciteit of stromend water. Ook voor het dagelijks voedsel zijn mensen afhankelijk van de markt en hun veld, want ze hebben geen frigo of diepvriezer. Hout en water moet bijgehaald worden om vuur te maken en te koken en zo kunnen we nog wel wat door gaan. De avondmarkt werd vervangen door een namiddagmarkt om toch enige veiligheid en afstand in te bouwen en ook is op verscheidene plaatsen op de markt mogelijkheid tot handen wassen. Wie een mondmasker wil moet het zelf vervaardigen of er eentje kopen op de markt.”